Zo tof is 'het eiland van de eeuwige lente'

Met een oppervlakte van zo’n 2057 vierkante kilometer - ongeveer zo groot als onze provincie Drenthe - is Tenerife de grootste van de Canarische Eilanden. Gek genoeg horen de eilanden bij Spanje, terwijl ze véél dichter bij de Marokkaanse kust liggen. Dat verklaart wel waarom het er (bijna) altijd mooi weer is: in de zomer gemiddeld 28 en in de winter zo’n 20 graden. Oftewel: elke dag lente! ‘Wow, de kinderen hier kunnen altijd in een korte broek naar school!’, zegt Noortje. Maar veel leuker is het natuurlijk als je er vakantie viert, want met de eindeloze stranden, een giga vulkaan en te gekke pretparken kun je op Tenerife elke dag wel een tof avontuur beleven.

Tip van Daan: ‘Op de lavastranden van Tenerife kun je mysterieuze zwarte zandkastelen bouwen, gaaf! Als de zon schijnt wordt het zand wel zó warm dat je er bijna niet meer op kunt lopen, dus vergeet je waterschoenen niet.’

Behalve de bijzondere black beaches heeft Tenerife ook goudgele stranden, bedekt met een laagje Sahara-zand dat speciaal voor toeristen vanuit de woestijn werd geïmporteerd. De mooiste van allemaal? Playa de las Teresitas, vlak bij Santa Cruz in het noordoosten. Glinsterend goudgeel zand en metershoge palmen, omringd door de ruige rotsen en El Teide op de achtergrond. En het zeewater is zó rustig dat het wel een zwembad lijkt. Noortje vindt het fantastisch. ‘Ik wil hier wel blijven wonen, kan dat?’ Terwijl Noortje begint aan haar Frozen-kasteel speuren Daan en Gijs naar krabbetjes en heremietkreeftjes bij de rotsen. ‘Hé, die schelp kan lopen!’

Tip van Gijs: ‘Ga op dolfijnsafari! Echt gaaf, met een bootje de open zee op om dolfijnen en andere zeezoogdieren te spotten. Ik zag als eerste een dolfijn door mijn verrekijker. Na anderhalf uur varen staat de eindscore op vijftien dolfijnen, vijf grienden (kleine walvissen) en… een schildpad!’